Maejakgwa koekje uit Korea
Ik snuif graag de mengeling van vreemde geuren op in Aziatische supermarkten. De laatste tijd experimenteer ik veel met Koreaanse gerechten en ben ik uren zoet met het dwalen tussen de kleurrijke schappen terwijl ik wijs probeer te worden uit de onbegrijpelijke opschriften op pakjes, blikjes en dozen. Met wat uitleg van geduldige personeel kom ik er gelukkig meestal wel uit. De stevige smaak en geur van gefermenteerde kool (kimchi), rode peper pasta (gochujang) en gefermenteerde sojapasta (chunjang) zijn zo langzamerhand geen vreemden meer in mijn keuken, maar aan een Koreaans koekje had ik mij nog niet gewaagd. Ik werd altijd een beetje afgeschikt door lange lijst met ingewikkelde ingrediënten en lastige bereidingswijzen. Veel Koreaanse zoetigheden of hangwa worden gemaakt op basis van rijst, gedroogde vruchten en honing en kosten veel tijd. Maar gefrituurde koekjes zoals dit Koreaanse maejakgwa koekje uit Korea met gember en pijnboompitten zijn heel gemakkelijk te maken. Ze zeggen dat dit koekje zijn naam heeft te danken aan de vorm. Het moet een mus in een abrikozenboom voorstellen. Ik ziet het er zo niet in, maar dit lekker knapperige koekje verdient in ieder geval een poetische naam. Lekker? Probeer mijn variatie sesamkoekje met hibiscussiroop eens.
Maejakgwa koekje uit Korea
ingrediënten
stukje gember van ca. 5 cm
250 gram bloem
flinke snuf zout
15 gram suiker
135 milliliter water
25 gram pijnboompitten
plantaardig vet om te frituren
voor de siroop
150 gram suiker
150 milliliter water
1 flinke theelepel kaneel
rasp de gember met een fijne rasp
Rasp de gember met een fijne rasp
pers het gembersap uit
Doe de rasp in een zeef en pers het gembersap er uit. Gebruik 2 eetlepels van het sap.
alle ingrediënten bij elkaar
Meng de bloem met het zout, de suiker, het gembersap en het water en kneed tot een bal. Voeg eventueel wat extra water toe als het deeg te droog is.
Een stevige bal deeg
Kneed ca. 15 minuten stevig door tot een stevig maar soepel deeg. Ik gebruikte mijn keukenmachine met de deeghaak hiervoor. Laat het deeg afgedekt in de koelkast ca. 30 min. rusten.
snijd rechthoekjes van het deeg
Rol het deeg dun uit tot ca. ¼ cm dik. Snijd met een pizzaroller of een scherp mes. rechthoekjes van 2 x 6 cm uit het deeg.
vorm het deeg
Klap de lapjes deeg dubbel en knip of snijd 3 sneetjes. Het middelste sneetje moet iets langer zijn. Duw één kant van het deeg door het middelste sneetje en trek recht zodat er een soort vlindertje ontstaat. Rol de restjes deeg weer samen uit en herhaal.
pijnboompitten hakken
Hak de pijnboompitjes grof.
gefrituurde koekjes
Verwarm de olie tot ca. 160 °C in een ruime pan of een frituurpan. Een stukje brood of overgebleven deeg dat in de olie wordt gedaan moet meteen gaan bruisen. Doe dan telkens een paar reepjes deeg in de olie. Bak de Maejakgwa in een paar minuten goudbruin. Draai ze af en toe om voor een gelijkmatige kleur. Neem ze uit de pan met een schuimspaan en laat ze uitlekken op keukenpapier.
suikersiroop maken
Doe de suiker en het water voor de siroop in een pannetje en breng aan de kook. Laat ca. 15 min. koken tot er een dikke siroop ontstaat.
siroop met kaneel
Voeg op het laatst de kaneel toe en roer goed door.
doop ze in de suikerstroop
Haal de koekjes door de siroop en bestrooi met wat pijnboompitten. Eet ze meteen als ze nog warm zijn of laat ze drogen voor een knapperig koekje.
This post is also available in: Engels
