Toen ik de traditionele vorm van dit koekje de klassieke ma’amoul aan het bakken was, dacht ik meteen aan deze combinatie van pecannoten en maple siroop. De geurige dunne siroop is ontzettend lekker in plaats van het bloemige rozenwater en de pecannoten zijn perfect voor de kleverige vulling. Ik maakte de ma’amoul met pecannoten en maple siroop koekjes in de vorm van een maple blaadje.
Ma’amoul met pecannoten en maple siroop
(voor ca. 25 koekjes)
voor het deeg
200 gram fijne griesmeel (semolina
50 gram griesmeel
25 gram suiker
snufje zout
50 gram boter
40 milliliter maple siroop
½ theelepel gist
voor de vulling
250 gram pecannoten
1 eetlepel maplesiroop
25 gram suiker
voor de afwerking
poedersuiker
Meng de semolina met de suiker en het zout. Smelt de boter en roer samen met de maple siroop door de semolina. Laat afgedekt 1 nacht of minstens 6 uur staan zodat de semolina het vocht kan opnemen. Roer het gist door het mengsel en net zoveel water tot er een zacht en iets plakkerig deeg ontstaat. Laat nog 2 uur op een warme plek staan.
Hak de pecannoten samen met de suiker en de maple siroop tot een grove pasta.
Vorm balletjes van 3 cm doorsnede van het deeg. Vorm balletjes van 1,5 cm doorsnede van de pecannoten pasta. Plet de deegballetjes tot rondjes van ca. 7 cm doorsnede en plaats een balletje vulling in het midden. Druk het deeg over de vulling en zorg ervoor dat het helemaal bedekt is met deeg. Rol weer tot een balletje. Vorm het balletje voorzichtig tot een blaadje en kerf of druk (ik gebruikte eetstokjes) het bladnerf patroon in het deeg. Kerf niet te diep ander zal de vulling tijdens het bakken er uit lopen. Leg de blaadjes op een met bakpapier bekleed bakblik.
Verwarm de oven voor op 160 °C en bak de koekjes in het midden van de oven in ca. 15 min. gaar. Ze moeten mooi blank blijven. Neem ze uit de oven en laat ze helemaal afkoelen. Wrijf ze in met poedersuiker.
This post is also available in: Engels