Niemand is het ooit eens over hét klassieke recept voor een traditioneel koekje. Maar meestal verschillen de variaties uiteindelijk niet zo veel van elkaar. Dat geldt niet voor dit koekje. Ik ben nog nooit zoveel variabelen tegengekomen bij een klassiek koekjesrecept…. Heten deze koekjes kolache, kolacke, kolace, kolachy kolatchki, kalatchki, kolaczki, kolaczky, of kolacky? Moet het koekje knapperig zijn met een deeg van zure room, roomkaas, of boter? Of hoort het koekje juist zacht te zijn en gemaakt te worden met een gistdeeg? En dan de vulling. Moet het traditionele recept met gedroogd fruit, jam of met roomkaas gemaakt worden? Ook over de vorm is niemand het eens. Rolletjes, pakketjes, ruitjes, en rondjes: ik kwam het allemaal tegen. En waar komt het koekje eigenlijk echt oorspronkelijk vandaan? Ook de Kroaten, de Tsjechen en andere Midden-Europese bakkers beweren dat het koekje oorspronkelijk uit hun land komt. Na heel veel lezen, uitproberen en proeven koos ik uiteindelijk voor wat ik zelf de lekkerste traditionele variatie vind. Een knapperig koekje met een vulling van gedroogd fruit en een snufje specerijen in de vorm van een knus pakketje.
_____________________
Kolaczek koekje uit Polen
Voor ca. 20 koekjes
voor het deeg
150 gram zachte boter
60 gram zure room
200 gram bloem
snufje zout
voor de vulling
Ik maakte 2 verschillende vullingen. Allebei hebben zij een verassende kruidige smaak: De abrikozenvulling door de nootmuskaat en de pruimenvulling door de kruidnagel.
150 gram gedroogde abrikozen of gedroogde pruimen
50 gram suiker
15 gram boter
¼ theelepel nootmuskaat of ¼ theelepel kruidnagelpoeder
Klop de boter romig met een elektrische mixer. Doe er de zure room bij en klop tot alles goed is gemengd.
Kneed er vlug de bloem en het zout door.
Vorm er snel een bal van. Het deeg is vrij plakkerig. Laat het deeg ca. 30 min. afgedekt rusten en stevig worden in de koelkast.
Rol het deeg tussen 2 stukken huishoudfolie uit tot een dikte van ¼ cm. Bewaar tot gebruik in de koelkast.
Snijd het gedroogde fruit klein en doe in een pan. Schenk er net zoveel water bij tot het fruit onderstaat. Breng aan de kook en laat op een zacht vuurtje ca. 10 min. zachtjes koken.
Neem uit de pan en laat afkoelen. Pureer met een staafmixer het fruit, de suiker, de boter en één van de specerijen.
Verwarm de oven voor op 180°C. Steek met een koekjessteker of glas rondjes uit van ca. 7 cm doorsnede. Vorm het overgebleven deeg weer in een bal, rol weer uit en herhaal.
Schep een flinke theelepel vulling in een streep in het midden van de cirkel.
Knijp het deeg boven de vulling dicht. Leg de koekjes op een met bakpapier bekleed bakblik en bak ze in het midden van de oven in ca. 15 min. lichtbruin en gaar. Neem uit de oven en laat op het bakblik afkoelen.
This post is also available in: Engels