Dit knapperige balletje is populair in Midden- en Oost Afrika en wordt meestal in kraampjes langs de weg verkocht. Het kashata koekje uit Congo is een tussendoortje dat waarschijnlijk oorspronkelijk uit de Swahili keuken komt. De Swahili cultuur ontstond langs de kust van Oost Afrika door de levendige handel van de Afrikanen met Arabische en Aziatische volken. De cultuur, het eten en de taal langs deze kust is een bijzondere mengeling van de drie. Het kashata koekje uit Congo kan gemaakt worden met alleen pinda’s, alleen kokos of met allebei. Ik vond de combinatie van allebei het lekkerste. Je hebt geen oven nodig voor het kashata koekje uit Congo, alleen een koekenpan om de suiker in te smelten. Ik maakte balletjes van de koekjes, maar de suiker is erg heet. Als je geen hittebestendige handen hebt kun je het mengsel ook gewoon uitspreiden en in stukken snijden met een scherp mes. Lekker? Probeer mijn variatie met quinoa: kokos quinoa koekje.
__________________________
Kashata koekje uit Congo
75 gram verse kokos
(of gebruik 70 gram geraspte kokos en maak het iets vochtig met 1 eetlepel water)
75 gram ongezouten geroosterde pinda’s
snufje zout
¼ theelepel cardamompoeder
15 gram bloem
225 gram (ongeraffineerde) rietsuiker
Maal de kokos grof in een keukenmachine of rasp met een grove rasp.
Stamp de pinda’s een paar keer in de vijzel.
Meng de kokos, de pinda’s, het zout, de cardamom en de bloem in een kom.
Doe de suiker in een koekenpan en spreid goed uit over de bodem. Laat het op laag vuur zachtjes smelten. Roer door als de meeste suiker gesmolten is.
Roer het kokosmengsel door de gesmolten suiker.
Stort de massa op een met bakpapier bekleed bakblik en spreid uit. Laat even afkoelen en vorm dan met de hand kleine balletjes. De suiker is heet dus pas goed op. Als het mengsel te veel is afgekoeld wordt het hard en is niet meer te vormen. Snijd het dan met een scherp mes in blokjes.
This post is also available in: Engels