Voor mijn variatie op het klassieke icun koekje uit Somalië gebruikte ik kaneel in plaats van kardamom. Ik vond het een beetje jammer om het weg te laten, want ik houd erg van de kruidige citrus-achtige smaak van de zaadjes uit de groene kardamompeul. Die liefde wordt blijkbaar gedeeld door de Somalische koekjesbakkers. Toen ik recepten voor koekjes en toetjes uit Somalië aan het opzoeken was, kwam ik het in bijna elk recept tegen. Je zou aan dit recept dus gerust ook nog een half theelepeltje kardamom kunnen toevoegen. Ik maakte slangetjes van het deeg en rolde de uiteinden naar elkaar toe voor een mooie gedraaide vorm. De sesamzaadjes in het deeg maken het koekje niet alleen wat luchtiger dan het origineel, ze zorgen ook voor een extra notig smaakje en een subtiele crunch.
__________________
Kaneel en sesamkoekje
voor ± 12 koekjes
200 g boter
(of gebruik 125 g ghee)
100 g poedersuiker
280 g bloem
1 tl kaneelpoeder
zout
2 el sesamzaad
Smelt de boter op laag vuur. Laat heel zachtjes ± 5 min. borrelen tot de meeste witte/gele stukjes naar de bodem zijn gezonken.
Leg een stukje keukenpapier in een zeef en giet er de gesmolten boter op. Laat de ghee afkoelen en weer opstijven in de koelkast
Klop de ghee met een mixer los en voeg de poedersuiker toe.
Klop ± 4 min. tot er een heel licht en romig mengsel ontstaat.
Doe er de bloem, kaneel, 1½ el sesamzaad en een snufje zout bij en kneed snel tot een bal deeg.
Laat ± 1 uur in de koelkast rusten.
Verwarm de oven voor op 180°C. Rol van telkens ca. 20 g deeg een slangetje van ± 20 cm en rol de uiteinden naar elkaar toe.
Bestrooi met de rest van het sesamzaad en bak de kaneel en sesamkoekjes in ± 18 min. gaar. Ze moeten heel mooi licht blijven.
This post is also available in: Engels