Voor mijn variatie op het klassieke pandero koekje uit Colombia veranderde ik niet heel veel. Ik vond het tapiocameel wat droog, dus verving ik het door een deel gewone bloem en een deel maïsmeel. Maïsmeel wordt veel gebruikt in de Colombiaanse keuken. Er wordt bijvoorbeeld brood van gebakken en zachte dikke maïspannenkoekjes (arepa’s) die worden gevuld met allerlei lekkere hartige vullingen. Voor mijn variatie gebruikte ik bruine suiker in plaats van gewone suiker voor een karamellige smaak. Ik vond de anijs in het originele koekje wel heel lekker, dus die hield ik er in. Wel mengde ik er nog een schepje kaneel en een flinke scheut rum doorheen. Het resultaat is een lekker zanderig koekje met een kruidige smaak. Dit kaneel-anijs koekje smaakt heerlijk bij een mok gloeiend hete warme chocolademelk of anijsmelk om op te warmen in deze koude dagen.
__________________
Kaneel-anijs koekje
voor ± 40 koekjes
60 gram zachte boter
125 g donkerbruine suiker + extra om te bestrooien
2 eieren
120 g bloem
snufje zout
60 g maïsmeel
2 tl anijszaadjes, gevijzeld + extra zaadjes om te bestrooien
1 tl kaneel
1½ el rum
Doe de boter en de bruine suiker in een kom en klop met een elektrische mixer licht en romig.
Voeg de eieren toe en klop goed door tot al het ei is opgenomen
Meng er nu de rest van de ingrediënten door en kneed snel tot een soepel deeg. Laat afgedekt met plasticfolie ± 30 min. rusten in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 180°C.
Verdeel het deeg in balletjes ter grootte van een walnoot en druk ze plat.
Doe ze op een bakplaat bekleed met bakpapier en bestrooi de koekjes met wat extra suiker en anijs en bak ze in ± 10 min. gaar.
Neem uit de oven en laat op de bakplaat helemaal afkoelen.
This post is also available in: Engels