Even tijd voor een gemakkelijker koekje, maar wel eentje met een interessante geschiedenis. Het Australische Anzac koekje (genoemd naar de ANZAC: Australian and New Zealand Army Corps) werd voor het eerst gebakken tijdens de Eerste Wereldoorlog. Toen de Australische soldaten ten strijde trokken, maakte het thuisfront zich zorgen of de jongens wel genoeg voedingstoffen binnenkregen. Er werd van alles naar de soldaten toegestuurd, en dat gebeurde allemaal per boot. Helaas bestond er nog geen koeling aan boord en konden er alleen goed houdbare spullen opgestuurd worden. Naast de gebreide sokken, brieven en kindertekeningen, vonden de soldaten dan ook regelmatig deze lekkere koekjes in hun pakketjes van thuis. Elk jaar wordt op 25 april in Australië Anzac Day gevierd ter ere van de eerste militaire actie in de oorlog. Dan worden er natuurlijk stapels Anzacs gebakken. Het is ook een heerlijk gemakkelijk te maken koekje. Wegen, mengen, rollen en bakken maar! Bak de koekjes niet te lang. Ze moeten lekker ‘chewy’ van binnen zijn. Vind je dit een lekker koekje? Probeer dan ook eens mijn eigen variatie op de anzac met hazelnoot en banaan.
Anzac koekjes
125 gram bloem
100 gram havervlokken
75 gram geraspte kokos
175 gram rietsuiker
snufje zout
125 gram boter
2 eetlepels Golden Syrup
1 opgehoopte theelepel baksoda (bicarbonate of soda)
2 eetlepels heet water
Verwarm de oven voor op 170 °C. Meng de bloem met de havervlokken, de kokos, de suiker en het zout.
Smelt de boter met de Golden Syrup
Meng de baksoda met het hete water en roer het door het botermengsel. Het moet gaan schuimen.
Meng het botermengsel door het bloemmengsel.
Maak balletjes van ca. 30 gram (ter grootte van een walnoot) van het deeg.
Bekleed een bakblik met bakpapier en leg de balletjes met ca. 2,5 cm tussenruimte op het bakblik. Bak de anzac koekjes in het midden van de oven in ca. 12 min gaar.
This post is also available in: Engels